De Lepelplant, ook wel Spathiphyllum genoemd, is een van de meest luchtzuiverende kamerplanten. Hij produceert niet alleen veel zuurstof, ook haalt hij schadelijke stoffen zoals benzeen en formaldehyde uit de lucht.
Water: Het is belangrijk de grond continu vochtig te houden, dat is minstens één keer per week water geven in de zomer en eens in de twee weken gedurende de wintermaanden. Als hij te weinig water krijgt merk je dat snel genoeg, dan gaan de bladeren slap hangen. De bladeren gaan gelukkig snel weer overeind als je de plant water geeft.
Om de luchtvochtigheid op pijl te houden vindt de lepelplant het ook fijn om regelmatig besproeit te worden. Dit kan dagelijks, maar met 1x per week is ie ook al tevreden.
Standplaats: De lepelplant moet niet in het directe zonlicht staan, hier krijgt hij gele of bruine bladeren van. Maar ook op een plek in de schaduw is ie niet gelukkig, want dan gaat de plant niet bloeien.
Dus een plek met veel licht, maar geen direct zonlicht, is een goede plek.
Stekken: Naast de moederplant komen op een gegeven moment kleine babyplantjes te voorschijn. Deze kan je na een tijdje voorzichtig bij de moederplant weghalen. De stekjes met worteltjes kunnen direct in de aarde, als de stekjes nog maar hele kleine worteltjes hebben kan je er ook voor kiezen het stekje nog in water te zetten.
De lepelplant is ook geschikt voor hydroponie.
Reactie plaatsen
Reacties